Biografie Kickhefer, Jan
Op 29 maart 1907 wordt Jan Pieter Lodewijk Kickhefer (roepnaam Kick) in Amsterdam geboren. In 1916 gaan zijn ouders scheiden. Zijn moeder en zijn zusjes verlaten het huis en Kick blijft bij zijn vader, die hij erg mag, wonen. Enige tijd later sterft zijn vader aan tuberculose en Kick wordt achtereenvolgens bij diverse ooms ondergebracht, die zich echter geen van allen het lot van de jongen aantrekken. In die periode van zijn leven voelt Kick zich dan ook erg ongelukkig. Als hij veertien jaar is, gaat hij van school zonder ook maar enige kunstzinnige opleiding genoten te hebben. Om wat geld bij te verdienen gaat hij op straat kranten verkopen.
Op zijn zeventiende gaat Kick in een drukkerij werken en volgt de avondschool om zijn opleiding af te ronden. Op de avondschool wordt hij met iemand bevriend die hem mee naar zijn ouderlijk huis in Bloemendaal neemt. De moeder van de vriend is zeer aardig voor Kick en hij mag bij haar komen wonen. Tijdens zijn verblijf in Bloemendaal maakt Kick politieke tekeningen voor De Notenkraker en Het Volk. Bij De Notenkraker heeft Kick ongetwijfeld Walter von Wenz zu Niederlahnstein leren kennen die in 1929 bij Philips in dienst treedt als chef van de afdeling Artistieke Propaganda. Walter zal Kick vermoedelijk wel gevraagd hebben om ook bij Philips te komen werken.
Eind september 1929 komen Kick en zijn vriend Johann van der Leij de afdeling Artistieke Propaganda van Philips versterken en gaan ze samen in hetzelfde kosthuis in Eindhoven wonen. Bij Philips leren ze de zusjes Betty en Joke Huismans kennen. Kick wordt verliefd op Betty en Johann op Joke. Gevieren besluiten ze om in Waalre in een pension te gaan wonen, waar ze alle vier een kamer hebben bij een heel aardige dame die er met haar zoon woont. Samen fietsen ze iedere dag van Waalre naar hun werk in Eindhoven. Hoewel ze het bijzonder naar hun zin hebben in Waalre, duurt het niet lang of ze moeten weer terug naar Eindhoven. De dame van het pension is katholiek en de pastoor van het dorp verbiedt haar de twee ongetrouwde stellen te huisvesten. Dus gaan ze in november 1930 weer terug naar Eindhoven waar ze ieder een ander pension wonen maar wel samen uitgaan.
Bij Philips ontwerpt Kick vele affiches, reclamefolders en advertenties. Daarnaast maakt hij ook illustraties voor het Philips Bulletin. De eerste illustraties van zijn hand verschijnen in de editie van mei 1930 en van tenminste vier edities ontwerpt hij de omslagen. Ook in Publicity Waves verschijnen diverse illustraties van Kick. Eind 1930 maakt Kick in opdracht van Philips een muurschildering ten behoeve van de stand van de Nederlandse studenten bij het lustrum van de Technische Hogeschool in Zürich.
Terwijl de carrière van Kick bij Philips ogenschijnlijk voorspoedig verloopt, gaat het met het bedrijf Philips minder goed. Ten gevolge van de economische recessie worden in het begin van de dertiger jaren vele mensen ontslagen. Philips staat in die periode op zeer gespannen voet met de vakbonden die voor hun leden nog trachten te redden wat er te redden valt. Iedere medewerker die er maar enigszins van verdacht wordt sympathie voor de vakbond te hebben, loopt het risico onmiddellijk ontslagen te worden. Verantwoordelijk voor de opsporing van verdachte elementen is de Philipsrecherche met aan het hoofd Willem Dijs, die tevens onbezoldigd rijksveldwachter is en daardoor de bevoegdheid heeft om ook buiten de bedrijfspoort te opereren. Dijs staat bekend als een fervent communistenjager en bezit de grootste cartotheek van namen van communisten in heel West-Europa. Hoewel Kick linkse, communistische sympathieën heeft, is hij bij zijn aanname in september 1929 blijkbaar toch door de screening gekomen. Maar Dijs houdt Kick in de gaten, zoals in april 1932 duidelijk wordt. Als Dijs met zijn agenten op 31 maart 1932 op hardhandige wijze een bijeenkomst van werklozen uiteen slaat, wordt zijn optreden in de plaatselijke pers, waaronder het Eindhovensch Dagblad, veroordeeld. Dijs is woedend en heeft een verklaring voor de berichtgeving in het Eindhovensch Dagblad snel gevonden: "... dat het Eindhovensch Dagblad de zaak willens en wetens, tendentieus vertelt teneinde mij persoonlijk te treffen, staat vermoedelijk in verband met de omstandigheid dat de hoofdredacteur Zoetmulder van zijn opdrachtgevers een wenk heeft gekregen, i.v.m. een door hem met de communist Kickhefer onderhouden relatie, voor wie genoemde heer zeer geporteerd scheen te zijn." Kort na deze gebeurtenis wordt Kick vanwege zijn communistische sympathieën ontslagen. Juni 1932 vertrekt Kick uit Eindhoven en gaat naar Amsterdam. Zijn vriendin en latere vrouw, Betty Huismans, die hij bij Philips had leren kennen, wordt ook ontslagen en volgt hem naar Amsterdam.
In Amsterdam gaat Kick werken voor het reclamebureau De la Mar. Omdat hij het communisme beter wil leren kennen, brengt hij die zomer zijn vakantie door in Moskou. Voor Kick naar Moskou gaat, krijgen hij en Betty samen een korte tijd Russische lessen van Wladimir Bielkine's broer Aleczy. Als Kick terugkomt uit Moskou zijn zijn ideeën over het communisme volslagen veranderd. Van nu af aan ziet hij het communisme als een even groot gevaar als het fascisme. Na zijn vakantie vraagt de directeur van De la Mar aan Kick of hij belangstelling heeft om in de vestiging van De la Mar in Batavia (Nederlands-Indië) te gaan werken. Kick en zijn vriendin besluiten om het aanbod aan te nemen, ze treden in het huwelijk en Kick tekent een driejarig contract bij De la Mar. In december 1932 vertrekt Kick met zijn vrouw op het schip de Johan van Oldenbarnevelt naar Nederlands-Indië.
In Batavia illustreert Kick o.a. enkele omslagen van het blad Meer Baet, een uitgave van De la Mar. Als Kick twee jaar in Batavia voor De la Mar heeft gewerkt, heeft hij er even genoeg van en wil wel eens wat meer van de wereld zien. Hij koopt het laatste jaar van zijn contract af en maakt een reis van vier maanden op een vrachtschip naar Japan en China. Tijdens zijn reis maakt hij tekeningen die later door Het Volk in Amsterdam worden gepubliceerd. Zo omstreeks 1935 raakt Kick bevriend met een Duitser die een reclamebureau bezit. Kick wordt compagnon in het bedrijf, maar de zaken gaan slecht en na een tijdje moet de zaak worden gesloten. Kick gaat vervolgens werken voor het Bataviaasch Nieuwsblad, waarvoor hij in de zaterdageditie politieke tekeningen maakt onder de pseudoniem Hofer. Zijn tekeningen worden zo populair dat er twee boeken met een selectie uit zijn werk worden uitgegeven.
Als na de aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 de oorlog in de Pacific uitbreekt, neemt Kick dienst in het leger. Hij wordt echter spoedig door het Departement van Oorlog in Bandung opgeroepen om door middel van politieke tekeningen propaganda voor de geallieerden te maken. Na de Japanse invasie van Nederlands-Indië en de bezetting van Bandung worden alle mannen in interneringskampen opgesloten. Tijdens zijn internering in het kamp bij Tjimahi maakt Kick vele tekeningen. Kick is ziek als in 1945 de oorlog is afgelopen, hij lijdt ondermeer aan beriberi. Zodra hij herstelt is, voegt hij zich bij zijn vrouw en dochter in Ambarawa waar zij geïnterneerd waren geweest. Hier maakt Kick meer dan honderd tekeningen van het leven in de vrouwenkampen . Na de Japanse krijgsgevangenschap richt Kick samen met andere persmensen het weekblad De Ronde Tafel op en hij wordt door Luitenant Gouverneur-Generaal van Mook benaderd om mee te gaan naar Denpasar op Bali waar een vredesconferentie zal worden gehouden. Kick gaat mee en maakt meer dan tachtig portretten van de deelnemers aan de conferentie.
In 1948 besluit het gezin Kickhefer om naar Australië te emigreren. De reden hiervoor is de voortdurende onrustige politieke situatie in Nederlands-Indië en het feit dat men graag in een warm klimaat wil blijven wonen. Het gezin vestigt zich in een noordelijke buitenwijk van Sydney, Narrabeen geheten. Kick kan in het begin zijn draai in Australië niet vinden. Hoewel hij werk heeft (als illustrator bij het dagblad The Sun), kan hij niet aarden en hij overweegt om naar Zuid-Afrika te emigreren. Hij vraagt de auteur Jan Greshoff, die vroeger ook voor het Bataviaasch Nieuwsblad gewerkt heeft en sinds 1940 in Zuid-Afrika woont, in een brief om informatie over Zuid-Afrika. In de brief geeft hij ook aan waar zijn voorkeur bij het tekenen ligt: “Het liefst zou ik voor een Afrikaans blad spotprenten tekenen. Doch zonder op te scheppen mag ik beweren dat ik met het fijnere illustratiewerk voor boeken en tijdschriften zeer wel vertrouwd ben. Ik doe hier eigenlijk niets anders. Ook met reclametekenen ben ik op de hoogte; ik was vroeger reclametekenaar voor Philips in Eindhoven.” De emigratie gaat niet door en Kick blijft in Australië wonen. Hij werkt als illustrator vervolgens voor de dagbladen Sydney Morning Herald en The Telegraph. Tot aan zijn dood blijft Kick ook reclametekenen en verhalen illustreren voor het weekblad Australian Women's Weekly. In 1960 wordt bij Kick de ziekte multiple sclerose vastgesteld. De ziekte verergert langzaam; eerst kan hij nog thuis werken, maar later is dat niet meer mogelijk. Zijn vrouw geeft haar baan bij het Nederlands Consulaat-Generaal in Sydney op om hem in zijn laatste levensjaren te verzorgen. Op het laatst moet Kick voor specialistische behandeling in een privékliniek worden opgenomen, waar hij op 4 augustus 1965 overlijdt.
Kickhefers vrouw, Betty, omschrijft haar man als een aardige, rustige man en een goede echtgenoot. Hij had veel gevoel voor humor en zat graag thuis te lezen, schrijven, tekenen of studeren. Dat Kick erg grappig kon zijn, wordt bevestigd door illustrator Wim Bijmoer die hem in de dertiger jaren bij De la Mar heeft leren kennen. Volgens Bijmoer kon Kick niet alleen prachtig tekenen maar was hij ook een oergeestige man met vele gekke ideeën. Bijmoer herinnert zich een anekdote die Kick hem vertelde over zijn Philipstijd. In die jaren werd door Philips samen met de Nederlandse rijwielfabrikant Simplex een elektrische fiets ontwikkeld. Het was een publiek geheim dat de actieradius van die fiets niet al te groot was. Daarop stelde Kick als grap voor om de volgende tekst in de advertentie voor de elektrische fiets te zetten: "Bij aankoop van een elektrische fiets krijgt u 300 meter kabel cadeau, dan kunt u van stopcontact naar stopcontact rijden." Bij De la Mar had Kick de gewoonte als er dames aan zijn tekentafel stonden, erotische tekeningen te maken. Hij riep dan steevast "Verdomd goed, hè", waarop de dames schielijk verdwenen.
Joke Juncker-Huismans, de zuster van Betty, omschrijft Kick als een Amsterdamse volksjongen, een beetje stuntelig en soms zeer recalcitrant. Hij was eerlijk, maar het was bij hem zwart of wit, er zat niets tussenin. Kick had de pest aan alle "hoge" heren. In Indië bij De la Mar mocht Kick niet omgaan met een Indische tekenaar, maar hij deed het toch en zou daarom ontslagen zijn (in plaats van ontslag genomen hebben). Bij zijn eerste krant in Australië werd hij ontslagen omdat hij de hoofdredacteur in zijn strip had getekend en hij weigerde om hem er uit te halen. Kick was ook niet altijd even sociaal. Als er bezoek was, ging hij altijd naar zijn studeerkamer tekenen of filosoferen. Kick die een volger van de Russische theosofe Hélène Blavatsky was, hield zich graag bezig met hoogdravende filosofieën en was lid van de vrijmetselaars.
Hierna volgen enige overpeinzingen die Kick in 1946 aan het papier toevertrouwde.
HET ZOGENAAMDE "OBJECTIEF" ZIEN IS ALTIJD GELADEN MET DE SPANNING VAN HET SUBJECTIEF BEWUSTZIJN.
MEN ZIET DAAROM ZOALS MEN DENKT, ER IS GEEN OBJECTIVITEIT LOS VAN DE SUBJECTIVITEIT.
OBJECTIVITEIT IS HET BINNENSTE BUITEN EN SUBJECTIVITEIT HET BUITENSTE BINNEN.
ZIEN IS óóK DENKEN.
HET OBJECTIEVE BEELD IS EEN DENKBEELD AANSCHOUWELIJK VOOR ONZE ZINTUIGEN, MááR EEN DENKBEELD IS HET.
WIJ ZIEN DUS MIN OF MEER EVENREDIG AAN HET MIN OF MEER VAN ONS DENKEND BEWUSTZIJN.
IEDER ZIET NAAR EIGEN DENKEND VERMOGEN, LAAT MEER DUS NIET VERONDERSTELLEN.
EN DAT WE ALLEMAAL "HETZELFDE" ZIEN, WANT WE DENKEN OOK NIET HETZELFDE, MAAR IEDER ANDERS, DááROM ZIJN WE INDIVIDUEN.
Signatuur:
Bronnen:
- Schrijven van E.A.J.M. Kickhefer-Huismans d.d. 22 april 1996 aan de auteur.
- Schrijven van E.A.J.M. Kickhefer-Huismans d.d. 7 juni 1996 aan de auteur.
- Philips Bulletin, edities jan. 1931, juni/juli 1931, dec. 1931 en jan. 1932.
- Dr. J.M.P. van Oorschot, Eindhoven, een samenleving in verandering, 1920-1960, Deel 2, Eindhoven 1982, p. 737-739.
- Frans Dekkers, B&W rond de Tweede Wereldoorlog in Groot-Eindhoven, Amsterdam 1992, p. 74.
- Frans Dekkers, Eindhoven 1933-1945, Haarlem 1982, p. 69-70.
- Meer Baet (Indische uitgave), mei en november 1934.
- Hofer, Wij strijden met de teekenstift ...; een bundel van 50 prenten geteekend door Hofer verschenen in het Bataviaasch Nieuwsblad in het eerste oorlogsjaar 1939-1940, Batavia [z.j.].
- Hofer, Wij strijden met de teekenstift; tweede bundel van oorlogsprenten door Hofer geteekend voor het Bataviaasch Nieuwsblad in de jaren 1940 en 1941, Batavia [z.j.].
- Brief Jan P.L. Kickhefer aan Greshoff d.d. 14 november 1950 (Letterkundig Museum).
- Mededeling van Wim Bijmoer d.d. 30 december 1994.
- Schrijven van Wim Bijmoer d.d. 2 maart 1995 aan de auteur.
- Mededeling van J.A.J.M. Junker-Huismans d.d. 19 juli 1996.
- Schrijven van Marianne Kickhefer d.d. 9 maart 1996 aan de auteur.
- E-mail van John Rozema d.d. 23 juni 2009 met een correctie op de genealogische gegevens van Jan Kickhefer.
Voor meer werk van Jan Kickhefer klik hier.