Skip to main content

Biografieën

Biografie Broggel, Wils

broggelWillem Frans (“Wils”) Broggel wordt op 21 februari 1882 te Amsterdam geboren. Hij begint zijn loopbaan in de grafische industrie als loopjongen bij steendrukkerij Senefelder in Amsterdam waar hij zich tot lithograaf opwerkt. Eind 1911, na zijn huwelijk, vertrekt Broggel met zijn vrouw naar Duitsland, waar hij voor verschillende drukkerijen zal werken. Het werk varieert van het maken van visitekaartjes in sierlijke schrijfletter tot grote prenten van zeeslagen uit de Eerste Wereldoorlog. In 1917 keert Broggel met zijn vrouw en zoontje (geboren in 1913) terug naar Nederland en vestigt zich te Wassenaar vanwege de lage plaatselijke belasting.

 

 

 

 

Advertentie voor Bronsmotoren, 1921

Broggel die enkele jaren aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Düsseldorf en Amsterdam had gestudeerd, probeert zich in Wassenaar te ontwikkelen tot kunstschilder. Hij maakt sfeervolle pasteltekeningen van Wassenaars omgeving. Om ongestoord te kunnen schilderen bouwt hij uit het materiaal van een grote bouwkeet zijn eigen atelier. Omdat Broggel van zijn vrije kunst niet kan leven, moet hij reclamewerk gaan doen. Naast werk voor kleinere bedrijfjes (o.a. voor een rijwielhandel in Den Haag) doet hij veel voor de op Indië georiënteerde handelsmaatschappij Lindeteves-Stokvis. Tevens houdt hij zich bezig met het ontwerpen van boekomslagen. In de jaren 1920-1921 ontwerpt Wils Broggel ook voor Philips een aantal advertenties.



Advertentie voor nachtlampen, 1921Omdat Broggel, die astma had, verandering van lucht was aangeraden, besluit het gezin Broggel in 1929 naar Lochem te verhuizen. Op de hei bouwt Broggel een piepklein houten huisje, bedoeld als voorlopige woning totdat zijn echte huis klaar zou zijn. Maar hij krijgt geen vergunning voor de bouw en dit leidt tot een jarenlange ruzie met de burgemeester van Lochem. Broggel vat het plan op het diploma tekenleraar aan de Arnhemse academie te gaan halen en verhuist daarom begin 1930 naar Arnhem. Het diploma heeft hij nooit gehaald, maar wel krijgt hij een aanbieding die hem voor de rest van zijn leven zal bezig houden. Machinefabriek Stork in Hengelo biedt hem een vaste positie aan als "bedrijfskunstenaar". Eind 1930 gaat Broggel in Hengelo wonen voor zijn werk bij Stork. Hij moet via advertenties en vooral via kalenders het Storkprodukt zodanig uitbeelden dat alles correct wordt weergegeven (elke bout moet op zijn plaats zitten), maar tegelijkertijd moeten de dieselmotoren en andere imposante machines iets van een betrouwbare romantiek uitstralen. Broggel werkt een paar jaar in vast verband bij Stork, maar gaat dan toch weer liever als freelancer werken zodat hij ook weer tijd heeft om te schilderen. In de oorlog komt zijn precieze manier van werken hem - en het verzet - zeer van pas in het fabriceren van valse stamkaarten en andere documenten.

Advertentie voor argalampen, 1920Broggel werkt niet alleen voor Stork maar ook voor andere Twentse bedrijven. Voor de Heemaf maakt hij reclametekeningen en tekeningen die voor de sier op kantoor worden opgehangen . Van de Koninklijke Nederlandse Katoenspinnerijen (KNKS) krijgt hij opdracht om een portret te tekenen van elke werknemer die na veertig of meer dienstjaren met pensioen gaat. Tussen 1940 en 1954 maakt Broggel circa negentig portretten die allemaal in de directiekamer van de KNKS komen te hangen. Na de ondergang van het bedrijf zijn de tekeningen aan het Rijksmuseum Twenthe geschonken .

Als Wils Broggel al dicht bij de pensioengerechtigde leeftijd is, wordt hij als leraar tekenen benoemd aan de kunstacademie (AKI) te Enschede. Broggel, die erg geliefd is bij zijn leerlingen, neemt op 21 juni 1952 op 70-jarige leeftijd afscheid van de AKI. Hierna gaat hij opnieuw schilderen, maar neemt ook tijd voor zijn liefhebberijen zoals muziek en lezen. Op 17 december 1970 overlijdt Wils Broggel te Hengelo.

Signatuur:
Signatuur Wils Broggel



Bronnen:

  • Schrijven van G.W. Broggel d.d. 18 maart 1996 aan de auteur.
  • Rinus Scholten, Wils Broggel prominente Hengelose kunstenaar in Oald Hengel, 13 jg., no. 4, augustus 1988, Hengelo.

Voor meer werk van Wils Broggel klik hier.